Onder de naam Van der Schoot Advies werkt Trees van der Schoot al 23 jaar als zelfstandig adviseur Ruimtelijke Ordening. Door de juridische invalshoek te combineren met ervaring, inlevingsvermogen en oog voor de praktijk, zoekt zij naar oplossingen waar de klanten mee verder kunnen. Zij heeft diverse boeken op haar naam zoals het Handboek RO en Bouw, Trends en Tips RO 2013-2016 en het gezamenlijke product van de Omgevingswetwerkers: Werken in de geest van de Omgevingswet. Op haar website staan diverse blogs, die bij Binnenlands Bestuur zijn verschenen.
Haar speciale interesse gaat uit naar de rol van de gemeenteraad onder de Omgevingswet in relatie tot burgerparticipatie en vernieuwing van de lokale democratie en duurzaamheid. Dit laatste vooral vanuit de ruimtelijke invalshoek: duurzaam bouwen, duurzame stedenbouw en een duurzame inrichting van de openbare ruimte en erven.
In haar vrije tijd vertegenwoordigt zij haar buurt als voorzitter/bestuurslid van de buurtvereniging en leeft zij zich uit in de biologische moestuin. Kernwoorden van haar manier van werken zijn: betrokken, oplossingsgericht, humoristisch, gedreven, gedegen, heldere taal en beeldende presentatie. Werk mag ook leuk zijn.
Prof. dr. Frans Tonnaer is emeritus hoogleraar omgevingsrecht en verbonden aan de Praktijkacademie Omgevingsrecht. Hij was tot 2018 directeur van Tonnaer adiseurs in omgevingsrecht, het bedrijf dat door hem in 1995 is opgericht. Na een carrière als gemeentelijk en provinciaal ambtenaar was hij werkzaam bij de unversiteiten van Tilburg en Maastricht en laatstelijk bij de Open universiteit.
Frans Tonnaeris een veelgevraagd adviseur, presentator en publicist. Hij heeft tal van publicaties op zijn naam staan op het gebied van het omgevingsrecht maar ook de rechtsinleiding en het recht van de decentrale overheid. Hij schreef het omvangrijke werk ‘Ieder het zijne’ als rechtsfilosofische beschouwing omtrent de toepassing van het rechtvaardigheidsbegrip. Zijn passie is het om bij te dragen aan de ontwikkeling van het omgevingsrecht rond de nieuwe Omgevingswet alsook onderzoek te doen naar de invulling van de werkelijke kerntaak van de overheid: de bevordering van rechtvaardige samenlevingsverhoudingen.
Frans Tonnaer is geboren en getogen in het Midden-Limburgse Thorn en is naast zijn wetenschappelijk werk maatschappelijk actief als president van de Koninklijke Harmonie van Thorn en als voorzitter van de Stichting Torna, ter behoud en bescherming van het cultuurhistorische erfgoed van het Witte Stadje.
Gerwin Gabry is sociaal geograaf/planoloog en werkt bij KuiperCompagnons als Programmadirecteur Omgevingswet. Zijn focus heeft van meet af aan op visie- en planvorming gelegen. Gerwin heeft inmiddels voor vele gemeenten structuurvisies/omgevingsvisies, toekomstvisies en gebiedsplannen opgesteld (ook in het buitenland). Daarnaast beoordeelt hij bij de Commissie m.e.r. (planMER-ren voor) structuur-/omgevingsvisies en bestemmings-/omgevingsplannen. Hij heeft bovendien als expert in veel pilots rondom de Omgevingswet geacteerd, van de beide Tranches Pilots Omgevingsvisie tot de Staalkaarten Omgevingsplan (centrum-stedelijk).
Vanuit die brede ervaring geeft Gerwin cursussen bij Geoplan en Berghauserpont Academy, spreekt hij regelmatig op symposia en congressen en heeft hij het boek ‘Werken met de omgevingsvisie; visievorming onder de Omgevingswet’ (Berghauserpont Publishing) geschreven. Ook is hij medeauteur van het boek ‘Werken in de geest van de Omgevingswet; vandaag aan de slag met loslaten, cultuurverandering en participatie’ (2017, Van Leijen Academie). Zijn ambitie is in projecten telkens een zo groot mogelijk maatschappelijk geluk te realiseren. Hij kijkt daartoe graag over de muren van het eigen vakgebied en het eigen gelijk heen.
De energietransitie en de Omgevingswet bieden volop kansen voor vernieuwende vormen van duurzame gebiedsontwikkeling. Met de Omgevingswet en innovatieve juridische arrangementen ontstaat er meer ruimte voor privaat en particulier initiatief.
John van den Hof is vanuit zijn rol als lector bij Saxion en als juridisch adviseur van gemeenten op het terrein van gebiedsontwikkeling al ruim 4 jaar betrokken bij de implementatie van de Omgevingswet. “De Omgevingswet nodigt als het ware uit om vanuit een integrale visie te komen tot nieuwe publiek-private initiatieven. Als mensen merken dat er niet alleen minder (overbodige) regels zijn, dat de overheid mee- in plaats van tegen-denkt en dat duurzaamheid ook goed is voor de portemonnee, komen er echt projecten van de grond. Maar dat vraagt ook om goede en transparante contracten die niet alleen professionals, maar ook burgers kunnen begrijpen", aldus John. Daar zet hij zich graag voor in.
Naast lector bij Saxion is John ook lector bij Avans+ voor de bacheloropleiding Omgevingskunde die speciaal is ontwikkeld voor VTH-professionals die met de Omgevingswet willen gaan werken.
Liesbeth van Leijen studeerde Geschiedenis aan de UvA en Rechten aan de Open Universiteit. Ze heeft zeer ruime ervaring bij de overheid (provincie en gemeenten). Haar loopbaan bracht haar op vele terreinen van het recht, zoals cultuur, subsidies, onderwijsgeschillen en woonwagenzaken. In 2010 begon Liesbeth haar adviesbureau: Van Leijen Overheidsrecht. Tegenwoordig heeft Van Leijen Overheidsrecht zowel particuliere cliënten als overheden door het hele land. Daarnaast doceert en publiceert Liesbeth veel over haar vak. Ze is actief op Social Media.
Samen met Van der Schoot Advies begon Van Leijen Overheidsrecht in 2016 een uitgeverij over juridische boeken: de Van Leijen Academie. De uitgaven van de Van Leijen Academie zijn geschreven door echte specialisten, die op een toegankelijke manier hun kennis ontsluiten voor de lezer. En de lezer krijgt vervolgens ook praktische tips en trucs, waarmee hij of zij meteen aan de slag kan in de praktijk. De uitgaven blijken te voorzien in een behoefte: het boek ‘Werken in de geest van de Omgevingswet’ is al bijna 2.000 maal verkocht en daarmee het meest succesvolle boek over dit onderwerp dat momenteel verkrijgbaar is. De Van Leijen Academie verzorgt veel cursussen en organiseert congressen, zowel in Nederland als op de Antillen. De liefde en expertise van Van Leijen Overheidsrecht ligt bij het recht van de openbare ruimte (grond- en grenszaken, groen, kabels en leidingen, wegen, enz). Daar komt zowel privaat- als publiekrecht bij kijken en op dat grensvlak ligt de kracht van Liesbeth en haar team. In haar werk zoekt Liesbeth altijd naar praktische oplossingen, die juridisch houdbaar zijn.
Direct na zijn studie Architectuur en Constructief Ontwerpen aan de TU/e, reist Eric een jaar lang als backpacker de hele wereld over. Deze ervaring maakt zoveel indruk dat hij ervan overtuigd is dat de wereld een stuk aangenamer zou zijn als iedereen ooit iets dergelijks in zijn leven zou ondernemen.
Terug in Nederland werkt hij jaren als architect, eerst bij Jo Coenen & Co en later bij Engelman Architecten. In 2011 richt hij zijn eigen bureau Superdutch op waar hij zich als allround ontwerper naast architectuur ook steeds meer gaat richten op het bedenken van innovatieve duurzame concepten en producten. Daarnaast werkt hij als docent aan de TU/e en Zuyd Hogeschool en schrijft hij mee aan het boek Werken in de geest van de Omgevingswet.
In 2013 richt hij samen met twee collega-architecten het Stadslab Roermond op, dat samen met de inwoners van Roermond experimenteert met een totaal nieuwe benadering van ruimtelijke projecten en processen. In deze rol heeft hij veel ervaring opgedaan met burgerparticipatie waardoor hij als geen ander de kansen en valkuilen van de opkomende participatiesamenleving kent.
In zijn vrije tijd is Eric als vrijwilliger betrokken bij diverse initiatieven en organisaties waaronder de buurtvereniging in zijn wijk en de Architectuurdag Roermond. En nog altijd maakt hij, tegenwoordig samen met zijn vrouw en twee zoontjes, graag mooie reizen naar bijzondere oorden.
Gedrag intrigeert Sanne. Niet alleen individueel gedrag, maar misschien nog wel meer in groepsverband. En waarom gaat dat op sommige plekken wel goed en op andere plekken niet? En nog belangrijker: hoe verander je datgene wat niet goed gaat? Dat is een puzzel waar zij graag mee aan de slag gaat. Sanne zoekt patronen, onderzoekt systemen en kijkt naar ieders individuele bijdrage daaraan. Want juist het persoonlijk maken, maakt het behapbaar en maakt het mogelijk om relaties te bouwen.
Sanne werkt al geruime tijd aan vraagstukken rondom de veranderende rol van de overheid. De laatste jaren zet de Omgevingswet deze verandering flink wat kracht bij. Op veel plaatsen ziet zij de zoektocht om het veranderproces goed vorm te geven. Juist, omdat houding en gedrag zo ongrijpbaar lijken. Graag deelt zij haar ervaringen daarin.
Dick Spel is medeoprichter en eigenaar van Opus Ludens. Specifiek voor de decentrale overheid biedt Opus Ludens aantrekkelijke trainingen gericht op bestuur en beleid en op de Omgevingswet. Samen met Trees van der Schoot schreef Dick Spel het boek ‘De Gemeenteraad en de Omgevingswet’, voor gemeenteraadsleden die willen weten hoe zij hun rol kunnen pakken bij de invoering van de Omgevingswet.
Alexander is een ervaren jurist, die werkt bij de gemeentelijke overheid. Het sociaal domein is zijn werkveld. Hij heeft verordeningen en beleidsregels geschreven en veel besluiten bij de rechter verdedigd. Daarnaast heeft hij 25 jaar ervaring als commissielid en voorzitter bij verschillende bezwaarcommissies. Een kei op het gebied van bestuursrechtelijk procederen voor de gemeente. Sinds 2017 deelt hij zijn kennis en ervaring via zijn bedrijf Succesvol Procederen. Mensen met weinig proceservaring leert hij de kneepjes van het vak. Hij brengt ze vaardigheden bij die je normaal alleen leert door jarenlange ervaring. In 2018 verscheen zijn boek ‘Succesvol procederen in het bestuursrecht’ met als ondertitel ‘ook voor niet juristen’. Daarmee slaat hij een brug tussen de juridische wereld en de medewerker bij de overheid die geen jurist is, maar wel geacht wordt besluiten te verdedigen.
Alexander heeft in zijn dagelijkse werk ervaring opgedaan met de 3 decentralisaties die in het sociaal domein plaatsvonden sinds 2015. Hij zat in werkgroepen van 7 samenwerkende gemeenten bij de invoering en transitie. De Omgevingswet is in zijn ogen de 4e decentralisatie. Hij ziet veel parallellen, die waarde hebben voor de implementatie van de Omgevingswet. Ook ziet hij trends in de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep die van belang kunnen zijn bij de Omgevingswet, bijvoorbeeld over open normen en beleidsregels. In zijn werkgemeente is hij lid van de klankbordgroep Implementatie Omgevingswet.
Het fysiek domein kan volgens Alexander veel leren van de ervaringen die de afgelopen jaren zijn opgedaan in het sociaal domein. Helaas zijn het fysiek en sociaal domein in de praktijk erg gescheiden werelden. Daardoor wordt niet geleerd van positieve ervaringen en kunnen negatieve ervaringen zich herhalen. Ook is er een inhoudelijke relatie tussen het fysiek en sociaal domein: mensen zijn bepalend voor de fysieke leefomgeving; de fysieke leefomgeving is bepalend voor de activiteiten van mensen en daardoor voor de functies van gebieden. Daarom moet de kloof tussen fysiek en sociaal domein overbrugd worden. Alexander draagt daaraan bij via zijn workshop ‘Lessen uit het sociaal domein voor de Omgevingswet’.
Hoe krijg je mensen in beweging? Welke stappen heb je als organisatie te zetten om dat voor elkaar te krijgen? Want mensen in ontwikkeling is een organisatie in ontwikkeling. Vanuit die nieuwsgierigheid gaat Annemie aan de slag. Daarbij kijkt zij naar andere ontwikkelingen en opgaven en maakt zij verbindingen op inhoud en proces. Zorgen dat voor iedereen de te maken beweging helder en haalbaar is, daar gaat zij voor.
Al jarenlang is Annemie actief op het gebied van organisatie- en medewerkerontwikkeling. Zowel op organisatie- als op sectorniveau. De laatst jaren is Annemie aan de slag als adviseur of projectmanager voor de ontwikkeling van houding, gedrag en kennis voor de Omgevingswet, een boeiende en inspirerende opgave.
Frans begint zijn carrière bij Rijkswaterstaat waar hij onder meer als projectleider omvangrijke waterprojecten als Zandmaas/Maasroute en De Maaswerken juridisch begeleidt. In 1983 - hij werkt dan inmiddels al tien jaar voor Rijkswaterstaat - voltooit hij zijn studie Nederlands Recht aan de Universiteit Utrecht.
In 2005 start hij Juridisch Adviesbureau Van der Loo, een bureau gespecialiseerd in een imposante lijst van rechtsgebieden waaronder omgevingsrecht, het ruimtelijk bestuursrecht, onteigeningsrecht, milieurecht, natuurbeschermingsrecht, waterrecht, infrastructuurrecht, bestuurs(proces)recht, verkeersrecht, landinrichtingsrecht, agrarische regelgeving, grond- en vastgoedrecht en bestuurlijke schadevergoedingsrecht. Opnieuw komen er grote infrastructurele projecten op zijn pad als juridisch adviseur van onder meer Sluizenproject Limburg, Project nieuwe Keersluis Heumen, Project Buitenring Parkstad Limburg. Als Strategisch adviseur Grondverwerving en Onteigening is hij betrokken bij het Tunneltraverse Project A2 Maastricht. Vanaf 1 januari 2018 werkt hij samen met Forward Advocaten te Tilburg (jurist bestuurs(proces)recht, omgevingsrecht en vastgoedrecht).
Mr. drs. Luuk Boerema is zelfstandig juridisch adviseur (vanaf 1995) en sinds 2014 mede-directeur van de besloten vennootschap Boerema & Van den Brink, adviseurs ecologie en natuurwetgeving. Daarvoor werkte hij o.a. 12,5 jaar voor het ministerie van LNV. Boerema heeft een ruime ervaring met de toepassing van het omgevingsrecht, in het bijzonder de natuurwetgeving. Bij het merendeel van zijn opdrachten staat een afweging tussen economie (benutting) en ecologie (bescherming natuurwaarden) centraal en moet een maatwerkoplossing worden gevonden.
Luuk heeft zich gespecialiseerd in het zoeken naar praktische en uitvoerbare oplossingen binnen de grenzen van de wetgeving. Hij geeft veel cursussen over de toepassing van natuurregelgeving, zoals de cursus: Natuur binnen de Omgevingswet. Hij is ingeschreven als zelfstandig werkend docent bij het CRKBO en voldoet aldus aan de Kwaliteitscode voor Docenten. Hij is vaste annotator van rechterlijke uitspraken over soortenbescherming voor het vakblad Jurisprudentie Milieurecht (SDU) en redactielid van de redactie van het Tijdschrift Natuurbeschermingsrecht (SDU).
Als natuurliefhebber is hij in zijn vrije tijd veel in het veld te vinden, vaak met zijn honden. Of met zijn camera, want fotografie is zijn grote hobby!
<
>
De Omgevingswet treedt per 1 januari 2022 in werking, maar werpt haar schaduw vooruit. ‘Let vooral op wat we niet geregeld hebben’, is de boodschap vanuit het ministerie. Het aantal regels vermindert en het is aan de samenleving om zelf meer verantwoordelijkheid te nemen. Daarbij richt de wetgever zich op een duurzame samenleving en een circulaire economie. De ‘energieke samenleving’ komt aan zet door burgerparticipatie in een heel vroeg stadium te stimuleren.
De fysieke leefomgeving is dus niet langer vooral een zaak van de overheid maar van de samenleving als geheel, waarbij overheid uiteraard wel één van de betrokken partners blijft. Met de invoering van de Omgevingswet gaat er dus behoorlijk wat veranderen en dat vraagt van burgers, bedrijven en overheden een ingrijpende cultuuromslag.
Om u en uw organisatie daarbij te helpen is het Omgevingswetwerk in het leven geroepen, een gevarieerd gezelschap van respectabele specialisten die één voor één van de zorg voor onze fysieke leefomgeving hun werk gemaakt hebben.
Wegens het enorme succes rolt inmiddels alweer de zevende druk van de pers. Daarmee staat ons boek inmiddels bij duizenden professionals in de kast en de recensies zijn bijzonder lovend: toegankelijk, overzichtelijk, compleet, prettig leesbaar en duidelijk.
Veranderen is geen lineair proces. Je werkt in de onderstroom, maar tegelijkertijd ook in de bovenstroom. Je ontwikkelt strategische vergezichten en werkt tegelijkertijd aan persoonlijke vaardigheden. Je betrekt anderen, je doorleeft de verandering en je verrijkt hem met eigen taal en activiteiten. Kortom, je schaakt simultaan op meerdere borden. Overzicht houden en onderbouwde prioriteiten stellen kan dan een uitdaging zijn. Het boek Veranderen voor de Omgevingswet helpt je hierbij.
Mr. Trees van der Schoot schreef samen met Dick Spel een uniek boek over de rol van de gemeenteraad in de Omgevingswet. Het boek behandelt hoe de gemeenteraad kan omgaan met de nieuwe Omgevingswet die op 1 januari 2022 in werking zal treden. De enorme impact die de Omgevingswet zal gaan krijgen op de gemeenteraad, vat dit boek op een zeer leesbare manier samen in heldere lijnen voor de praktijk. Van de praktijk, vóór de praktijk. In leesbaar Nederlands.
Het Omgevingswetwerk verzorgt op maat gemaakte incompany cursussen over uiteenlopende thema's. Zie onderstaand overzicht voor het actuele aanbod.
Dus mocht u precies willen weten wat de Omgevingswet voor u en uw organisatie gaat betekenen, neem dan geheel vrijblijvend contact met ons op.
Bij deze avond gaat het specifiek om de plaats van regels in het systeem van de Omgevingswet. Behandeld wordt welke deregulering er op rijksniveau heeft plaatsgevonden en tot welke ‘bestuurlijke afwegingsruimte’ dat heeft geleid.
Ingegaan wordt op de positionering van het omgevingsplan binnen de beleidscyclus: wat is een omgevingsplan eigenlijk? Wat is het anders dan het bestemmingsplan? Hoe verhoudt het zich tot de Omgevingsvisie en het programma? Hoeveel ‘loslaten’ is gewenst? Wat zou je ‘gericht moeten vastpakken’? Wat is de juridische situatie zolang er nog geen nieuw omgevingsplan is vastgesteld? En hoe moet omgegaan worden met het vervolg nu een omgevingsplan niet meer gekoppeld is aan een 10 jaren termijn? Afgesloten wordt met concrete tips.
Iets voor u? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
De raad is er volgens de wetgever voor de hoofdlijnen en het beleid en niet voor details en uitvoering. Maar wanneer is iets nu een detail of uitvoering? Wie bepaalt dat en hoe bepaal je dat? Welke keuzes heeft de gemeenteraad om bij het buitenplans afwijken betrokken te zijn? Hoe organiseer je dat? Is het altijd nodig om een lijst met bindend adviesonderwerpen op te stellen? En als die lijst er niet is, hoe kun je dan toch zorgen voor betrokkenheid en invloed van de gemeenteraad?
Bij dit onderwerp wordt ook besproken welke verandering de wettekst heeft ondergaan vanwege amendementen bij de Invoeringswet. Een tweede onderwerp is de betrokkenheid van omwonenden bij besluiten waarbij wordt afgeweken van het omgevingsplan. In hoeverre is burgerparticipatie aan de orde? Wat heeft de keuze van het moment van participatie voor effect op de procedure? Wat zijn de randvoorwaarden om burgers bij dit soort initiatieven te betrekken en welke vaardigheden zijn nodig? Kan een gemeente dat volledig aan de initiatiefnemer overlaten zoals de wettekst suggereert, of is begeleiding nodig en welke begeleiding is dat dan? Een derde onderwerp is de anterieure overeenkomst die bij concrete ontwikkelingen vaak worden gesloten. Deze overeenkomst is niet alleen van belang voor de initiatiefnemer, maar ook bepalend voor de bevoegdheden van B&W en de gemeenteraad. Wat betekent het dat de gemeenteraad volgens jurisprudentie ‘rekening moet houden met’ die overeenkomst en ‘met name als er kosten zijn gemaakt’? In hoeverre is het terecht dat zo’n overeenkomst ook aan omwonenden kan worden tegengeworpen? Gepresenteerd wordt een werkschema waarbij alle partijen tot hun recht kunnen komen. Tot slot wordt de vraag besproken of er een sneller en beter alternatief is voor ‘de buitenplanse omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit’, zoals dit soort besluiten in de toekomst gaan heten.
Iets voor u? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
Burgerparticipatie wordt onder de Omgevingswet een stuk belangrijker en dat is mooi want vroege burgerparticipatie kent eigenlijk alleen maar voordelen. Het leidt tot betere visies en plannen en beperkt het risico op bezwaar en beroep, mits men de juiste aanpak hanteert. Uiteraard vraagt dat wel nieuwe vaardigheden van mensen die bij onze fysieke leefomgeving betrokken zijn.
Tijdens deze cursus leert u wat participatie precies inhoudt en laten we u aan de hand van concrete voorbeelden uit de praktijk zien, hoe u burgers op een vruchtbare wijze bij de ontwikkeling van hun stad, dorp of wijk kunt betrekken. U leert daarbij niet alleen wat de voordelen van vroege burgerparticipatie zijn, maar maakt ook kennis met de meest voorkomende valkuilen en misvattingen.
Na deze cursus beschikt u over de nodige kennis en tools om morgen al met burgerparticipatie te kunnen beginnen.
Iets voor u? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
In één dag aan de slag met kennis en kunde en de praktijk. Een praktijkdag is geschikt voor organisaties die hun kennis over illegaal grondgebruik en andere problemen in de openbare ruimte willen uitbreiden aan de hand van concrete zaken. De werkvoorraad staat dus centraal en daar gaan we op de praktijkdag mee aan de slag. De praktijkdag slaat de brug tussen theorie en praktijk, dus zowel weten als oplossen. We zetten stappen in specifieke dossiers, praktisch en voorzien van de kennis die daarvoor nodig is. En dat doen we integraal: met alle hoofdrolspelers in het dossier, binnen de eigen organisatie.
Iets voor u? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
Verken de mogelijkheden en onmogelijkheden van een goed beheer van het eigen grondareaal. Zet een eerste stap door kennis te vergaren en krijg antwoord op al je vragen.
Veel overheden ervaren dat hun grond wordt gebruikt door anderen: er staan hekken, bloempotten of tuinkabouters op. Misschien blijkt bij een opmeting ineens dat er honderden m² grond achter particuliere hagen of hekken verdwenen zijn. Of dat schouwpaden niet meer bereikbaar zijn, kades zijn aangetast of kabels niet verlegd kunnen worden omdat deze onder een oprit liggen. In overheidsland wordt hiervoor vaak de termen ‘snippergroen’, ‘snipperblauw’ of ‘overhoekjes’ gebruikt. Zo maar even de grond ontruimen, 'terugpakken' of op een andere wijze zelf weer in gebruik nemen, stuit vaak op verzet. In de praktijk gaat veel aandacht dan uit naar de verjaring van het eigendom. Dat is begrijpelijk, maar het verhaal is veel breder dan alleen het juridische hoofdstuk.
De lezing bevordert een integrale benadering van de materie: met alle hoofdrolspelers uit de eigen organisatie. De lezing is ook heel geschikt voor verenigingen en belangengroeperingen die meer van de materie willen weten, opdat ze hun leden of opdrachtgevers beter kunnen bedienen.
Iets voor u? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
Bij deze curus staan de bedoeling en het systeem van de Omgevingswet centraal. Dit wordt geplaatst tegen de uitdagingen van de huidige tijdgeest (PAS, NOVI-beleid, maatschappelijke ontwikkelingen e.d.).
Daarna wordt de plaats van de gemeenteraad in het systeem beproken. Er wordt ingegaan op de bevoegdheden van B&W en de gemeenteraad en op de relatie volksvertegenwoordiging/vroege burgerparticipatie. Aan de orde komen ook praktijkvoorbeelden die het Werken in de geest van de Omgevingswet bemoeilijken. Vanuit de praktijk worden tips gegeven om zowel de kaderstellende, normstellende als controlerende rol van de raad beter vorm te geven.
Iets voor u? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
Deze curus is een vervolg op de algemene bijeenkomst. Kort wordt opgefrist wat bedoeling en systeem ook alweer waren en waar de raad een rol heeft of kan pakken. Centraal staat hoe de betreffende gemeente met de Omgevingswet aan de slag is of aan de slag wil gaan.
Samen met de raadsleden wordt verkend waar de specifieke aandachtspunten voor het gemeentelijk maatwerk liggen. Daarbij kan het gaan om inhoudelijke thema’s als gezondheid, duurzaamheid, circulaire economie, maar ook om het anders vormgeven van de interne contacten en werkprocessen met de ambtelijke organisatie. Aan de hand van de vraag of de gemeenteraad gebruik wil maken van het bindend adviesrecht komt ook aan de orde of het herijken van bestaande afspraken met het college nodig is.
Deze bijeenkomst wordt vanwege het ‘maatwerkkarakter’ voorbereid met de griffie en de ambtelijke organisatie. De bedoeling hiervan is de raad mee te nemen bij de implementatiewerkzaamheden, daarover afspraken te maken en te laten kennismaken met de mensen die achter het papier- en digitale werk zitten.
Iets voor u? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
Bij deze curus staat de vraag centraal wat er nu zo anders is met de Omgevingswet. Dit wordt geoefend aan de hand van concrete casus uit de praktijk van mevr. Van der Schoot. In een groepje wordt de casus besproken onder begeleiding van mevr. Van der Schoot en de ambtelijke projectleider. De bedoeling van deze oefensessie is om het anders kijken naar de fysieke leefomgeving en het anders werken zichtbaar en voelbaar te maken.
De avond sluit met een plenair gedeelte waarbij vanuit de groepen naar voren wordt gebracht wat de uitkomst van de casus is en waar de raadsleden tegenaan zijn gelopen. Hierop volgt een reflectie van mevrouw van der Schoot met tips voor de praktijk.
Iets voor u? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
Duurzaam bouwen is onbetwist één van de meest actuele en besproken opgaven van deze tijd. Maar toch voelt dit onderwerp voor velen nog vaak als een enigszins ongrijpbaar fenomeen. Wellicht is dit ook een van de redenen dat het debat over duurzaamheid meestal beperkt blijft tot een discussie over zonnepanelen, warmtepompen of windmolens. En dat maakt de noodzakelijke omschakeling naar een duurzame samenleving er niet eenvoudiger op.
Tijdens deze interactieve cursus laten we u zien dat duurzaam bouwen veel verder reikt dan de welbekende energietransitie en maakt u korte metten met de verschillende misvattingen en onduidelijkheden die rondom dit thema leven. Daartoe geven we u een brede inkijk in de achtergronden en uitgebreide mogelijkheden van duurzaam bouwen, leiden we u rond langs de belangrijkste doelstellingen en wettelijke normen en laten we u uiteraard vele inspirerende en concrete voorbeelden zien.
Na deze cursus ziet u niet alleen in waarom het zo belangrijk is dat we op een andere manier gaan bouwen maar beschikt u vooral ook over de nodige kennis en tools om hier morgen zelf al mee te kunnen beginnen.
Iets voor u? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
Berucht fenomeen bij grondgebruik en snippergroen is verjaring. Veel gebruikers van andermans grond doen een beroep op verjaring. Dat lijkt succesvol, zeker als het gebruik al jaren aan de gang is. De wet bepaalt immers dat als een eigenaar zijn of haar grond al meer dan 20 jaar niet meer in bezit heeft, dat degene die de grond wél in bezit heeft, dan ook eigenaar wordt. Zo maar en automatisch (van rechtswege). Kijkt een eigenaar dus lange tijd niet om naar zijn of haar grond, dan raakt deze niet alleen het bezit kwijt, maar ook de eigendom.
Grensoverschrijdingen en verlies van grond vinden op grote schaal plaats in Nederland. In de praktijk deinzen veel eigenaren terug om op te treden tegen grondgebruik door anderen: het kost veel tijd en kan heel duur zijn, als je moet procederen. Vaak ontbreekt de kennis en kunde om verlies van grond effectief aan te pakken. Zowel grootgrondbezitters als gemeenten, waterschappen en natuurbeheerders, als particulieren, krijgen er steeds meer mee te maken.
De masterclass behandelt het leerstuk van de verjaring vanuit de wet, de rechtspraak én de praktijk. We slaan de brug tussen theorie en praktijk. Deelnemers kunnen na de masterclass dossiers effectief beoordelen op het risico of de kans op verjaring. En ook sturing aanbrengen in de opbouw van dossiers en de bewijsvoering. Dat scheelt kosten en tijd, want dure adviezen of procedures zullen veelal niet meer nodig zijn of kunnen veel effectiever worden ingezet.
Iets voor u? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
Benut de kennis in uw organisatie én die van collega’s uit andere organisaties. In een expertgroep komen professionals bij elkaar om kennis en ervaring uit te wisselen over (illegaal) grondgebruik op en aan het water en op het land. Mensen uit de praktijk dus. Deelnemers zijn welkom die ervaring en kennis willen delen onder begeleiding van één van de beste experts in Nederland op het gebied van illegaal grond gebruik en verjaring, mr.drs. Liesbeth van Leijen. Het motto is: alleen ga je sneller, samen kom je altijd verder.
Iets voor u? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
Heeft u een vraag over de Omgevingswet, bijvoorbeeld met betrekking tot een specifiek project of uw organisatie in het algemeen, neem dan geheel vrijblijvend contact met ons op.
Bent u jurist, raadslid, beleidsmedewerker, bestuurder, architect, makelaar, planoloog, student, betrokken burger of op een andere manier bij de fysieke leefomgeving betrokken, dan gaat er met de invoering van de Omgevingswet veel voor u (en uw organisatie) veranderen.
De nieuwe Omgevingswet is een ambitieuze wet die een veel meer integrale benadering van onze fysieke leefomgeving voorstaat, oftewel het in samenhang bereiken van een gezonde, veilige, duurzame en hoogwaardige habitat. Het zal u dan waarschijnlijk ook niet verbazen dat de Omgevingswet straks een omvangrijk geheel is. Alleen al de Memorie van Toelichting beslaat duizenden pagina's. Gelukkig hebben we goed nieuws want voor iedereen die geen tijd of zin heeft om zich net als onze specialisten door al die wetteksten en toelichtingen heen te worstelen, hebben we Werken in de geest van de Omgevingswet geschreven: een prettig leesbaar boek vol verhelderende afbeeldingen dat u als lezer op een uiterst toegankelijke manier vertrouwd maakt met de bedoeling van deze nieuwe wet en de vele veranderingen die ons te wachten staan.
Veranderen is geen lineair proces. Je werkt in de onderstroom, maar tegelijkertijd ook in de bovenstroom. Je ontwikkelt strategische vergezichten en werkt tegelijkertijd aan persoonlijke vaardigheden. Je betrekt anderen, je doorleeft de verandering en je verrijkt hem met eigen taal en activiteiten. Kortom, je schaakt simultaan op meerdere borden. Overzicht houden en onderbouwde prioriteiten stellen kan dan een uitdaging zijn. Het boek Veranderen voor de Omgevingswet helpt je hierbij. In het boek identificeren we vijf aandachtsgebieden: richting bepalen, concrete plannen maken, anders denken, anders doen, ontwikkelen en laten landen en vastleggen.
Elk aandachtsgebied heeft zijn eigen set aan activiteiten die samen de Routekaart vormen, een hulpmiddel om je inzicht te geven in waar je staat, wat je te doen hebt en waar de prioriteiten liggen. Jij bepaalt de route die voor jouw organisatie het beste past en kiest daarbij de activiteiten die nodig zijn. Ook worden werkvormen besproken om zelf aan de slag te gaan. Deze zijn uitgeschreven in concrete stappenplannen en beproefd in de praktijk.
Behalve minder regels, meer ruimte voor initiatief en het stimuleren van de economie, beoogt de Omgevingswet straks vooral ook een duurzame en gezonde samenleving, waarin de energietransitie, onze toekomstige circulaire economie en het inspelen op klimaatverandering belangrijke thema’s zijn.
In hun nieuwe boek ‘De gemeenteraad en de Omgevingswet’ maken de auteurs, Trees van der Schoot en Dick Spel, op een toegankelijke wijze duidelijk, wat de Omgevingswet voor een gemeente en de gemeenteraad in de praktijk betekent. Het boek is geschreven als verdieping van de bestseller ‘Werken in de geest van de Omgevingswet’ naar aanleiding van de vele vragen waarmee de auteurs zich tijdens ruim dertig bijeenkomsten voor gemeenteraden in 2017 en 2018 zagen geconfronteerd. In heldere bewoordingen verkennen ze de rollen van de raad in relatie tot de doelen, de achtergrond en het systeem van de wet om vervolgens verder in te zoomen op de invloed van andere overheden, burgerparticipatie, de betekenis van het dualisme en de hulp die een gemeenteraad voor zichzelf kan organiseren. Het boek sluit af met concrete tips waarmee men direct aan de slag kan gaan. Raadsleden, griffiers en alle anderen, die de lokale democratie serieuze aandacht willen geven, krijgen met het boek een perfect handvat aangereikt om met de Omgevingswet de belangrijkste uitdagingen van de huidige tijd te kunnen aangaan.
Minder regels, die voorlopig ook nog blijven veranderen, meer flexibiliteit door zorgplichten, meer vertrouwen geven aan de burger en het bedrijf. Hoe ga je daar als toezichthouder/handhaver mee om? De regels zijn juist het houvast voor toezicht en handhaving. Als die basis minder solide is, zijn er andere manieren nodig om je vak goed uit te oefenen. En zijn die regels altijd wel zo goed? Of werken ze in de praktijk niet altijd en moet je iets anders verzinnen om je doel te bereiken? Wat is dat doel eigenlijk? Kan dat gemeten worden en, zo ja, in welke mate draagt toezicht en handhaving bij aan die doelen? Heeft een toezichthouder/handhaver enige invloed op het regelgevingsproces of niet?
Kortom: veel vragen die toezichthouders en handhavers hebben over de Omgevingswet. Dit boek beantwoordt die vragen. Meestal loopt toezicht & handhaving achter nieuwe regelgeving aan. Geheel ten onrechte! Toezichthouders en handhavers vervullen een cruciale rol bij het sluiten én openen van de beleidscyclus. Immers: het heeft geen zin om regels die niet werken te handhaven. Het boek is niet alleen bedoeld voor toezichthouders, handhavers, bijzondere opsporingsambtenaren en handhavingsjuristen en hun afdelingshoofden, in dienst van de overheid, maar ook voor beleidsmakers en regelopstellers en degenen die het toezicht ervaren: de bedrijven en burgers.